De kern van het dagelijks onderhoud voorcentrifugale ventilatorenis "regelmatige inspectie, tijdige reiniging, gestandaardiseerde smering en strakke bescherming." Specifieke punten zijn als volgt:
1. Operationele statusbewaking
Observeer dagelijks de trillingen en het geluid van de ventilator om er zeker van te zijn dat deze normaal zijn, zonder abnormaal trillen of harde geluiden.
Registreer de motorstroom, spanning en lagertemperatuur. De temperatuur mag over het algemeen niet hoger zijn dan 80 ℃ om overbelasting te voorkomen.
Controleer de uitlaatluchtstroom en -druk op stabiliteit. Als er sprake is van een aanzienlijke daling, onderzoek dan de leidingen of de waaier op problemen.
2. Reiniging en onderhoud
Verwijder regelmatig opgehoopt stof, olie of vuil van de waaier en de behuizing om onbalans en trillingen van de waaier te voorkomen.
Reinig het koellichaam van de motor om een effectieve warmteafvoer te garanderen en oververhitting van de motor te voorkomen.
Inspecteer het inlaatfilter en vervang of reinig het onmiddellijk om te voorkomen dat vreemde voorwerpen in de ventilator terechtkomen.
3. Smeerbeheer
Voeg regelmatig geschikte smeerolie (vet) toe aan de lagers, afhankelijk van het ventilatormodel en de bedrijfsomstandigheden. Vermijd het mengen van verschillende soorten vet.
4. Controleer de hoeveelheid smeermiddel: Te veel of te weinig smering zal ervoor zorgen dat het lager oververhit raakt. Over het algemeen is het ideaal om de lagerholte tot 1/2-2/3 te vullen.
Controleer regelmatig de staat van de smeerolie. Als het verslechtert, geëmulgeerd wordt of onzuiverheden bevat, vervang het dan onmiddellijk.
5. Inspectie van vastdraaien en afdichting: Draai regelmatig de funderingsbouten, koppelingsbouten, impellerbevestigingsbouten enz. vast om losraken te voorkomen, wat trillingen of verplaatsing van componenten zou kunnen veroorzaken.
Inspecteer de afdichtingen van de huisflens en de eindkappen van de lagers. Vervang verouderde of beschadigde afdichtingen onmiddellijk om olie- of luchtlekken te voorkomen.
Controleer de riemspanning van riemaangedreven ventilatoren. Een te losse riem zal slippen veroorzaken, terwijl een te strakke riem de slijtage van de lagers zal versnellen. Pas verouderde riemen onmiddellijk aan of vervang ze.
6. Veiligheidsbescherming: Zorg ervoor dat de beschermkap van de ventilator intact is om te voorkomen dat personeel in contact komt met draaiende delen.
Controleer de betrouwbaarheid van het aardingsapparaat om het risico op een elektrische schok te voorkomen.
Bij het uitschakelen voor onderhoud moet u de stroomtoevoer loskoppelen en waarschuwingsborden ophangen om onbedoeld opnieuw opstarten te voorkomen.
